Patrich Chatelion Counet schrijft in zijn ‘Vijftig tinten God‘ over het syndroom van Capgras ook wel Dubbelgangerswaanzin genoemd: “waardoor je dus je geliefden, vrienden en bekenden niet meer als ‘echt’ herkent… Voor herkenning van personen is niet alleen een fysiek geheugen nodig waarmee je de het gezicht en de gestalte van de ander herkent, maar men dient iemand ook als emotioneel en vertrouwd te herkennen.”
Volgens mij kan de omgekeerde variant ook een gevaar zijn: Dan ga je het beeld van een persoon hanteren (haten of liefhebben) zonder dat die persoon je fysiek noch emotioneel kent. Een combinatie van het stendhalsyndroom en het celebrity worship syndroom. Dit kan ertoe leiden dat je een obsessieve verhouding creëert tot iemand die jou niet kent.
Oef dacht ik ineens. Hoe verhouden wij ons tot God. Hoe verhouden wij ons tot Jezus Christus. Hoe verhouden wij ons tot Maria. Kan het zo zijn dat we een figuur als Jezus een dubbelrol geven die niets met de werkelijkheid heeft te maken. Bijvoorbeeld door Jezus tot God te maken. En wat te denken van de eenvoudige moeder van Jezus die een gekroonde koningin in de hemel wordt met notabene een bemiddelaarsrol.
Het gevaar van pathologie in onze verhouding tot God, Jezus en Maria bedreigt ons voortdurend en heeft helaas al excessen gekregen in een aantal kerkelijke dogma’s. Aan ons de schone taak om in het voorbeeldend leven van de mens Jezus Christus Gods bedoelingen te herkennen als in de dagelijkse werkelijkheid haalbaar. Iedere idolatrie zonder daadwerkelijk handelen is een gotspe.