In deze barre tijden van gesloten bedrijven en verboden groepsontmoetingen gaat de overheid er vanuit dat personeel in loondienst gewoon wordt doorbetaald. Een tegemoetkoming van 90% van de loonsom wordt aan de werkgevers toegezegd. De aantallen oproepkrachten en ZZP’ers binnen de bedrijven, vaak de smeerolie van onze economie, vallen daarbuiten en worden af geserveerd.
ZZP’ers wordt een vergoeding van ten hoogste € 1500,- in het vooruitzicht gesteld. En daarbij gaat het vingertje omhoog: “we rekenen op jullie solidariteit zodat je alleen geld vraagt als je het echt nodig hebt.”
Moraalridders waarschuwen al meteen voor mogelijke fraude. Die komt namelijk bij mensen in loondienst niet voor want die krijgen hun loon gewoon uitbetaald en mogen sparen. Niet bij mensen in loondienst maar wel bij ZZP’ers gaat het overheidsvingertje omhoog.
In een aantal branches is het bijna niet mogelijk om in loondienst te gaan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de culturele sector en de evenementensector. Ook het overheidsbeleid heeft er de afgelopen jaren toe geleid dat werkgevers liever een ZZP’er aanstellen dan een loonovereenkomst aan te gaan.
Intussen hebben we in Nederland meer dan een miljoen ZZP’ers. Velen daarvan zijn blij als ze per maand tussen de € 2000,- en € 2500,- (bruto!) verdienen. Inclusief vakantiegeld en sociale verzekeringen als ze die al kunnen betalen. Een groot aantal ZZP’ers voelt zich geen ondernemer en zou graag in loondienst werken. Dat wordt vaak vergeten. Voor veel ZZP’ers geldt hetzelfde als voor mensen in loondienst. Ze zijn blij als ze op het eind van de maand niet rood staan. Als je al een beetje spaargeld overhoudt is dat voor later.
De overheid gaat er van uit dat mensen in loondienst gewoon doorbetaald worden los van vermogen of spaargeld en ik gun dat deze mensen ook van harte. Het is goed om te zien dat de overheid de huidige situatie mee probeert op te vangen.
Maar dat ZZP’ers met een beroep op solidariteit maximaal € 1500,- mogen aanvragen is een misser. De overheid paradeert daarbij met valse solidariteit.
Het Nederlands heeft daar een ander begrip voor: “Een doekje voor het bloeden.”