Seizoenen van het Leven

1  BIJDRAGE AAN ‘SEIZOENEN VAN HET LEVEN’  
Hedendaags getijden- en pelgrimsboek, Nijmegen 2015

Ik zie mezelf nog zitten in de zesde klas van de Heilig Hart school in de schaduw van de Heilig Hart kerk. De rij tegen de binnenwand tweede bankje van achteren onder een schoolplaat over Karel de Vijfde (1500, 1505, 1515, 1555). Het was zo’n uur dat je mocht lezen omdat al je opdrachten af waren en de “Dikke Eng” dan aandacht besteedde aan de trage leerlingen zoals hij hen  breeduit en vaak smalend noemde.
Ik had een boekje over het leven van Sint Franciscus gekregen en ik kan mij tot op de dag van vandaag intens herinneren hoe ik gegrepen werd door zijn levensverhaal. Het boekje hield me dagenlang in de greep, ja zoiets wilde ik ook. Toch voelde ik ook twijfels, die principiële armoede vond ik maar niks.
Zorgen voor, opkomen tegen onrecht jegens armen daar werd ik warm van, maar dan hoefde ik zelf toch niet arm te zijn….. Sociale verschillen als rijkdom en armoede waren toch normaal. Al had je wel de plicht om voor ‘de armen’ in eigen omgeving en de negertjes in Afrika geld in te zamelen, dat werd ons meegegeven.
Hoe klein wij ook waren, economische verschillen werden ons op talloze wijzen duidelijk. Zo kende de parochie een tweedeling tussen arbeiderswoningen en laat ik het maar ‘de andere woningen’ noemen. Met wie je bevriend mocht zijn werd ons indirect duidelijk gemaakt alleen al omdat het merendeel van misdienaars, koorzangers en welpen (waar ik allemaal toe behoorde) uit ‘de andere woningen’ kwamen. Onbewust ervoer je economische ongelijkheid als vervelend maar ook als een gegeven.

Boekje
Door het boekje over Franciscus stond mijn beroepskeuze vast: ik wilde priester worden. Mijn oom was Franciscaan, missionaris in de Punjab waar hij leraar klassiek talen was. Die dacht waarschijnlijk ‘aha’. Maar onze pastoor was een De Gruyter en net zoals mijn vader een telg uit de levensmiddelen handel, wat een band schiep.  Bovendien beschouwde men pastoor de Gruyter als een sociaal type wat ons al werd ingepeperd bij de eerste Heilige Communie omdat we allemaal hetzelfde kostuumpje moesten dragen zodat er geen onderscheid in rangen en standen was te zien. De verhalen van de pastoor gaven de doorslag en ik “koos” voor Beekvliet, behalve een klein seminarie ook een kwalitatief goed gymnasium. Als klein menneke ging ik naar kostschool.

Van Meirevolutie naar nu
In het jaar van de Meirevolutie toog ik terug naar onze familieroots en ging in Nijmegen filosofie studeren samen met oa Adrie van der Heijden. Ik zie mezelf nog zitten in de kelder van het instituut aan de prins Bernhardstraat waar wij werden voorbereid op onze studie door een driemanschap bestaande uit Paul Scheffer, Henk Hoeks en Hugues Boekraad.  “Of wij maar goed wilden begrijpen dat zij de baas waren en dat de hoogleraren naar hen dienden te luisteren.”
Een totaal nieuw vrijgevochten leven begon. In de ban van veel raakte ook ik overtuigd van de redenering dat ‘arbeiders zelf bestuur’ de ideale oplossing was voor een rechtvaardige economie.  Toch knaagde weer datzelfde gevoel als toen met het boekje van Sint Franciscus.
Nu vele jaren later ben ik nog steeds niet uitgedacht en knaagt nog steeds dat onzekere gevoel van hoe om te gaan met economische ongelijkheid met respect voor de vitaliteit van economische krachten en processen.
Intussen weet ik wel heel zeker dat economische ongelijkheid de belangrijkste oorzaak van conflicten tussen mensen en volkeren is.  Op het moment dat het verschil tussen rijk en arm buitenproportioneel  groeit wordt een oorlog geboren.
Sint Franciscus heeft ons daarvoor gewaarschuwd en hij is niet de enige gebleven waar nauwelijks naar wordt geluisterd.

Hubert C.W. Hendriks