Categorie archieven: Geen categorie

Franciscus kerststal als onontkoombare Schönheit des Bösen

Armando laat zich de onontkoombare ‘Schönheit des Bösen’ gezeggen als inspiratie voor zijn werk. Hij citeert daarbij Friedrich Nietzsche: “het sublieme als het artistieke temmen van het verschrikkelijke. ” Das Erhabene als die Künstlerische Bändigung des Entsetzlichen“.
Alleen de kunst is volgens Nietzsche in staat het verschrikkelijke of het absurde van het bestaan om te buigen tot voorstellingen waarmee te leven valt. (Die Geburt der Tragödie, 1872,53)

Ik blijf nog steeds verbaasd hoeveel geweld wordt verbeeld en vervolgens met graagte wordt bekeken. Kruisbeelden en heiligenbeelden doen daar volgens mij niet voor onder bij oorlogsfilms of gewelddadige politieseries.
Wellicht mag je zeggen bij kruisbeelden vol leed, met als extreem voorbeeld de Christus van het Issenheimer Altar, dat daarmee het geloof in J.C. in geweld wordt verpakt. Voor mij toch een vraag of er niet meer speelt dan Schönheit des Bösen.

Dit overdenkend kwam ik zomaar bij Franciscus en zijn kerststal uit. Franciscus vermaakte het erbarmelijke kerstverhaal tot een beeld van tederheid. Het onrecht van de geboorte in een stal met al de ellende uit de verhalen van indertijd er om heen, wordt middels het scheppen van een daarbinnen gecomponeerde tedere voorstelling te behappen voor de toeschouwer.  Zelfs zozeer dat de romantiek van de kerststal intussen overheerst op de erbarmelijkheid van de geboorte verhalen over J.C..

Kerken solidair met supporterslegioenen

Kerken solidair met supporterslegioenen

Grondwet en solidariteit.

De interpretatie van de grondwet brengt de regering tot een dringend verzoek in plaats van een dwingende maatregel. Diverse reacties betreuren dat.

Ik ben er trots op dat ik in een land mag wonen waar het dringend verzoek op basis van persoonlijke verantwoordelijkheid hoger gesteld wordt dan opgelegd gedrag.

Persoonlijke verantwoordelijkheid is een hoog goed dat binnen vele kerkgenootschappen als een elementair beginsel wordt gezien. Persoonlijke verantwoordelijkheid doet een beroep op onderlinge solidariteit en aandacht voor de ander.

Kerken en solidariteit.

Daarom vind ik dat de kerken zich kunnen laten inspireren door die oproep en daaruit hopelijk de conclusie trekken zich als organisaties aan te passen. Niet meer dan 30 personen bij kerkelijke vieringen lijkt me dan een maatschappelijk verantwoorde keuze. 

Daarmee stellen kerken zich solidair op met velen die zich af vragen waarom zij wel en wij niet en getuigen ervan midden in de maatschappij te staan.

Inkomens zijn niet meer vanzelfsprekend.

Als uitvoerend cultureel ondernemer hebben samen met mij vele collega’s sinds 16 maart nauwelijks nog inkomen. Vrienden van me in de horeca kraken voortdurend hun hersens om wegen te zoeken het vege lijf te redden. Kennissen bij kledingwinkels zien hun omzetten dramatisch terugvallen.

Tegelijkertijd zijn er veel mensen voor wie het leven qua inkomen zonder zorgen verloopt.  Ook is het duidelijk dat het weinig zin heeft om de bedreiging van de volksgezondheid te ontkennen. Onderlinge solidariteit en aandacht voor de mensen die extra getroffen worden is dan een groot goed.

Persoonlijke verantwoordelijkheid als bezorgdheid voor je medeburgers krijgt daardoor een dimensie waarvan ik weet dat die als boodschap met nadruk bij de kerken wordt verkondigd.

‘Geef de keizer wat des keizers is.’

Wat is het dan eigenlijk een klein gebaar om je solidair te gedragen met een dringende oproep van onze regering. En het is ontegenzeggelijk een mooi gebaar naar de vele enthousiaste sport-supporters. 
Wanneer sommige kerken zich net zo gedragen als sommige voetbalsupporters is dat bedenkelijke solidariteit en dienen ze zich te schamen.

Hubert Hendriks

h.hendriks@dieflegel.nl

Flipperaar

Het steeds maar weer dwangmatig zoeken of de mens van nature goed of slecht is lijkt mij weinig profijtelijk.
De mens is veeleer een flipperaar.
Hij stuwt zijn leven omhoog als een balletje de woelige wereld in vol kansen en valkuilen. Met veel behendigheid probeert de mens keuzes te maken.

In mijn ogen: God, heel het al, is de immanente sturing waarmee wij met onze vrijheid en onze deugden mogen dealen.

Lees ter illustratie: “Die Worte des Glaubens“ von Friedrich Schiller.

Gering publieksaantal biedt nieuwe kansen voor uitvoerende artiesten en horeca.

Grote evenementen
De laatste jaren is een beweging ontstaan met steeds grotere festivals en steeds grotere zalen. De gage van bekende artiesten, de benodigde techniek en noodzakelijke beveiliging zorgden voor stevige organisatiekosten en stevige entreeprijzen. Nu deze beweging tot stilstand is gekomen openen zich in mijn ogen nieuwe perspectieven.

De jaren voor en na de oorlog waren een tijd dat allerlei horecabedrijven en kleine zalen een wekelijks programma verzorgden voor hun gasten met prima artiesten die precies wisten hoe zij hun gasten een plezierige avond konden bezorgen. Daarbij ging het vaak om bezoekersaantallen tussen de honderd en driehonderd.

Toekomst voor het kleine event.
Nu we in cultuur en horeca onze focus de komende tijd op kleine groepen dienen te richten en we de grote evenementen even dienen te vergeten openen zich in mijn ogen nieuwe vergelijkbare kansen voor artiesten op een klein podium en dus ook voor de omzetten van horeca en kleine zalen.
Naast de grote namen zijn er talloze fantastische artiesten die het helemaal in hun vingers hebben om een publiek te behagen of te prikkelen. Het voordeel van deze artiesten is dat de gage in verhouding is te brengen met het mogelijk haalbare verdienmodel. Artiesten en organisatoren (zaaleigenaren of horecaondernemers) trekken samen op en kunnen gezamenlijk een aantrekkelijk en betaalbaar programma maken.

Het publiek
En de mogelijke gasten, het gewaardeerde publiek?  Daar ligt in mijn ogen de crux voor een hernieuwd ondernemerschap bij zowel de facilitaire ondernemers als de artistieke ondernemers. Zelf ben ik ervan overtuigd dat door de geringere aantallen een nieuwe -min of meer gedwongen- wijze van uitgaan kan ontstaan. Als vanzelf zullen zich nieuwe vormen van entertainment ontwikkelen.

Een avondje uit eten met leuke muziek. Een gezellige zaal met kleinkunst. Een feestje voor je vrienden met een of twee groepen artiesten. Ieder weekend of zelfs op doordeweekse dagen worden her en der programma’s ontwikkeld en uitgeprobeerd. Ondernemende artiest en facilitair ondernemer kijken samen naar de financiële mogelijkheden en kansen.

Betaalbare entree
Tot onlangs betaalden bezoekers van festivals best stevige entreeprijzen. Het is geen verwijt, maar we mogen wel constateren dat het totaalbedrag aan gages voor de minder bekende ondersteunende artiesten afstak tegen de totaalkosten. Binnen het nieuwe entertainment lijkt het me mogelijk dat zowel de artistieke als de facilitaire partijen nieuwe mogelijkheden krijgen om een goede boterham te verdienen met betaalbare entrees